Helloow mensjes,
Hier is die dan eindelijk mijn evaluatie koffer!
De koffer - gesloten |
De koffer - open |
De verschillende methodieken:
1.
|
Kleurenpalet
|
Benodigdheden:
|
Schilderspalet (met kleuren op)
Verfborstel
|
Gebruik:
|
De
leerlingen zitten in een kring en krijgen één voor één het schilderspalet. De
leerlingen mogen een kleur kiezen dat op het pallet staat. De kleur wordt
gekozen naar hoe de leerlingen vonden hoe ze muzisch hebben gewerkt. De kleur
weergeeft het gevoel en de kinderen leggen dit zelf met eigen woorden uit.
|
Dit evaluatie instrument heb ik gebruikt tijdens de stage. De leerlingen hadden het soms nog een beetje moeilijk om te verwoorden waarom ze een bepaalde kleur hadden gekozen en wat de link was met het muzische.
2.
|
Kleurenwaaier
|
Benodigdheden:
|
Waaier met verschillende kleuren
|
Gebruik:
|
De
leerlingen zitten in groepjes en krijgen één voor één de waaier. Hieruit
mogen de leerlingen een kleur kiezen. De kleur wordt gekozen naar hoe de
leerlingen de activiteit vonden en hoe ze muzisch gewerkt hebben. De kleur
weergeeft het gevoel die de kinderen hierbij hebben en leggen dit zelf met
eigen woorden uit.
|
3.
|
Dobbelsteen
|
Benodigdheden:
|
Dobbelsteen
Kaartjes met vragen op
|
Gebruik:
|
De
leerlingen zitten in groepjes en mogen één voor één dobbelen met de
dobbelsteen. De leerlingen kijken naar het getal dat ze hebben gedobbeld. Het
getal weergeeft een vraag op de kaartjes. Hierop geven de leerlingen een
antwoord en daarna mag de volgende leerling aan de beurt.
|
4.
|
Woordwaaier
|
Benodigdheden:
|
Waaier met verschillende woorden op
|
Gebruik:
|
De
leerlingen zitten in groepjes en krijgen één voor één de waaier. Hieruit
mogen de leerlingen een woord kiezen. Het woord weergeeft het gevoel of de
ervaring die de leerlingen bij deze activiteit hadden. De leerlingen
beschrijven waarom ze voor een bepaald woord gekozen hebben.
|
5.
|
Kies een doosje
|
Benodigdheden:
|
Verschillende doosjes
Vragen
|
Gebruik:
|
De
leerlingen mogen een doosje kiezen en kijken daarna wat er in het doosje verstopt
zit. Hierin zal een vraag zitten die de leerlingen moeten beantwoorden. De
vragen gaan zowel over het gevoel, proces, product en de beleving.
|
6.
|
Vragen stellen
|
Benodigdheden:
|
Briefjes met vragen op
|
Gebruik:
|
De
leerkracht deelt briefjes uit aan de leerlingen met één vraag op. Daarna
geeft de leerkracht het signaal dat de leerlingen mogen rondstappen. Wanneer
de leerkracht een tweede signaal geeft, dan stoppen de leerlingen bij een
klasgenootje en staan ze per twee. Daarna stellen ze hun vraag (aan dat
klasgenootje), deze beantwoordt de vraag en stelt tevens ook zijn vraag.
Nadat de vragen zijn beantwoord geeft de leerkracht opnieuw een signaal.
Daarna mogen de leerlingen weer rondstappen en wordt dezelfde werkwijze
gehanteerd.
Variatie: De leerlingen kunnen de vragen ook
doorgeven aan elkaar, zodat ze niet steeds dezelfde vragen moeten stellen.
|
7.
|
Vragenspel
|
Benodigdheden:
|
Kaartjes met vraag en kleur op
|
Gebruik:
|
De
leerlingen krijgen 1 kaart. Hierop staat een kleur en vier vragen. Het vraagje
dat in het vet staat, is het vraagje dat de leerling zal voorlezen aan zijn
groepje. De leerling zoekt de leerlingen die dezelfde kleur hebben, want zij
vormen één groep. Daarna wordt het
eerste vraagje voorgelezen, eerst beantwoordt degene die de vraag leest eerst
de vraag. Daarna beantwoorden de andere leerlingen de vraag. Daarna wordt de
tweede vraag voorgelezen. Wanneer alle vragen zijn voorgelezen (vier) dan is
de evaluatie klaar.
|
8.
|
Bloemen
|
Benodigdheden:
|
Verschillende bloemen
|
Gebruik:
|
De
leerlingen mogen om de beurt een bloem kiezen. Ze vertellen waarom ze de
bloem hebben gekozen en wat het te maken heeft met de activiteit. Ook tonen
ze aan of de bloem open of dicht is. Hiermee wordt er bedoelt of ze veel
hebben bijgeleerd en hoever ze staan op muzisch vlak.
|
9.
|
Schatkist – vuilbak – rugzak
|
Benodigdheden:
|
Schatkist
Vuilbak
Rugzak Briefjes
Pen
|
Gebruik:
|
De
leerlingen krijgen drie papiertjes. Op het ene briefje schrijven ze iets wat
ze niet goed vonden en niet willen onthouden, dit wordt in de vuilbak
gestoken. Op een ander briefje wordt geschreven wat ze hebben geleerd uit de
les, wat ze goed vonden en willen bijhouden. Dit wordt in de rugzak genomen.
Als laatste schrijven ze op een briefje wat ze nog willen ontdekken. Dit
wordt in de schatkist gestopt.
|
10.
|
De kader
|
Benodigdheden:
|
Kader
|
Gebruik:
|
De
leerlingen zitten in een kring. De leerkracht zet de kader bij een werkje van
de kinderen (of bij een kind zelf). Wie de kader heeft, mag vertellen over
zijn of haar werkje. Hoe hij gestart is, hoe dat verlopen is en wat hij of
zij er zelf van vindt. Daarna mag de
leerling de kader bij een ander werkje zetten (of bij een ander kind).
|
11.
|
Post
|
Benodigdheden:
|
Enveloppen
Briefjes
Pen
|
Gebruik:
|
De
leerlingen krijgen verschillende briefjes. Ook zal iedere leerling twee à
drie namen krijgen waarvoor ze iets moeten schrijven. De bedoeling is dat de
leerlingen aan elkaar tips geven en positieve feedback. Daarna kunnen de
leerlingen kijken in de enveloppen welke feedback ze krijgen.
|
12.
|
Pluimen
|
Benodigdheden:
|
Pluimen
|
Gebruik:
|
De
leerlingen kiezen allemaal één pluim. Daarna geven ze de pluim aan een andere
leerling en vertellen waarom die bepaalde leerling de pluim krijgt. Bv. hij
heeft leuke vormen gebruikt, hij heeft goed geïmproviseerd, … .
|
13.
|
Mijn muzo-boom
|
Benodigdheden:
|
Blad met stamboom op
Kleurpotloden
|
Gebruik:
|
De
leerlingen krijgen een blad met een stamboom op. Deze stamboom mogen de
leerlingen verder aanvullen, zodat ze een boom krijgen. De boom weergeeft hoe
hun muzo – activiteit verlopen was of wat ze van deze activiteit vonden.
|
14.
|
Cursuscocktail
|
Benodigdheden:
|
Briefjes
Pen
Potje
|
Gebruik:
|
De
leerlingen krijgen allemaal twee briefjes. Op het eerste briefje schrijven ze
een woord dat gaat over de activiteit (wat zij ervan vinden). Op het tweede
briefje schrijven ze hoe ze zich muzisch voelen.
|
15.
|
Smileywaaier
|
Benodigdheden:
|
Waaier met verschillende smileys
|
Gebruik:
|
De
leerlingen zitten in groepjes en krijgen één voor één de waaier. Hieruit
mogen de leerlingen een smiley kiezen. De smiley wordt gekozen naar hoe de
leerlingen de activiteit vonden en hoe ze muzisch gewerkt hebben. De smiley
weergeeft het gevoel die de kinderen hierbij hebben en leggen dit zelf met
eigen woorden uit.
|
16.
|
Symboolwaaier
|
Benodigdheden:
|
Waaier met verschillende symbolen
|
Gebruik:
|
De
leerlingen zitten in groepjes en krijgen één voor één de waaier. Hieruit
mogen de leerlingen een symbool kiezen. Het symbool wordt gekozen naar hoe de
leerlingen de activiteit vonden en hoe ze muzisch gewerkt hebben. Het symbool
weergeeft het gevoel die de kinderen hierbij hebben en leggen dit zelf met
eigen woorden uit.
|
17.
|
Memory
|
Benodigdheden:
|
Memoryspel
|
Gebruik:
|
De
leerkracht legt de kaartjes met de symbolen ondersteboven neer in de groepjes
met leerlingen. De leerlingen mogen het memoryspel spelen en wanneer ze een
duo hebben kunnen vormen, vertellen ze iets dat bij het symbool dat ze
verzameld hebben. Zo vertellen ze bij het vraagteken misschien iets over
welke vragen ze allemaal hadden tijdens het proces.
|
18.
|
Begraven vragen
|
Benodigdheden:
|
Potje met pasta en vraagjes
|
Gebruik:
|
In het potje
met de pasta’s mogen de leerlingen één voor één een vraag zoeken en deze
opgraven van tussen de pasta’s. Wanneer zij een vraag hebben gevonden, lezen
zij deze vraag luidop voor en beantwoorden de vraag aan de hand van hun eigen
muzisch werk.
|
19.
|
De Kwak
|
Benodigdheden:
|
Kwak
|
Gebruik:
|
Het
welbekkende spelletje met de kwak wordt gespeeld waarbij er aan een leerling
wordt gevraagd hoeveel keer de kwak zich moet bewegen. Nadat dit is gebeurt,
komen er verschillende oogjes tevoorschijn. De leerling aan de beurt mag een
oogje kiezen. Hieronder zit een vraag die de leerling moet lezen en
beantwoorden.
|
20.
|
TV-bakje
|
Benodigdheden:
|
Tv-bakje
|
Gebruik:
|
Na de les
wordt er aan één van de leerlingen een tv-bakje gegeven en hij mag daarbij
kiezen of hij iets wil doorspoelen omdat hij het niet tof vond, of hij op de
doorspoelknop drukt omdat hij de activiteit snel vond gaan. Hij mag de andere
knoppen ook gebruiken en hieraan een betekenis geven om iets te vertellen
over zijn muzische werk.
|
21.
|
Het kuikentje piep
|
Benodigdheden:
|
Kuiken
Veren
|
Gebruik:
|
De
leerlingen zitten in de kring en mogen ieder één pluim nemen. Daarna
vertellen ze kort wat ze hebben geleerd van de muzoles, wat ze minder vonden
en waarin ze muzisch nog moeten groeien. Daarna steken ze de pluim in het
kuikentje. Dit gaat verder totdat iedereen zijn pluim kwijt is. Zo zal je
zien dat het kuikentje terug zijn veren heeft.
|
Ook dit heb ik uitgetest in de stage. Een klein probleempje was dat sommige leerlingen de opdracht niet goed hadden begrepen en zichzelf pluimen toekenden. Dit was niet de bedoeling. Daardoor zal ik er de volgende keer op letten dat de leerlingen eerst de opdracht nog eens herhalen voor ze aan de opdracht beginnen.
22.
|
De wolk
|
Benodigdheden:
|
Wolkjes (leitjes)
Krijt
Sponsjes
|
Gebruik:
|
De
leerlingen krijgen allemaal een wolkje. Hierop tekenen ze het verloop van hun
muzo – activiteit. Wanneer ze dit gedaan hebben mogen ze ook erbij schrijven
wat een sterkte punt is en een zwakte punt (op muzisch vlak). Daarna wissen
ze wat ze hebben getekend en geschreven.
|
Ankerschool
Sessie rond muzisch evalueren (2de jaar BALO)
Sessie rond OVSG doelen + muzisch evalueren (3de jaar BALO)
Sessie rond muzisch evalueren (2de jaar BALO)
Sessie rond OVSG doelen + muzisch evalueren (3de jaar BALO)
Doei doei en nog veel leesplezier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten