zondag 12 januari 2014

Evaluatieinstrumenten van A tot Z

Helloow mensjes,

Hier is die dan eindelijk mijn evaluatie koffer!

De koffer - gesloten

De koffer - open

De verschillende methodieken:


1.
Kleurenpalet
Benodigdheden:
           Schilderspalet (met kleuren op)
           Verfborstel
Gebruik:
De leerlingen zitten in een kring en krijgen één voor één het schilderspalet. De leerlingen mogen een kleur kiezen dat op het pallet staat. De kleur wordt gekozen naar hoe de leerlingen vonden hoe ze muzisch hebben gewerkt. De kleur weergeeft het gevoel en de kinderen leggen dit zelf met eigen woorden uit.


Dit evaluatie instrument heb ik gebruikt tijdens de stage. De leerlingen hadden het soms nog een beetje moeilijk om te verwoorden waarom ze een bepaalde kleur hadden gekozen en wat de link was met het muzische. 

2.
Kleurenwaaier
Benodigdheden:
            Waaier met verschillende kleuren
Gebruik:
De leerlingen zitten in groepjes en krijgen één voor één de waaier. Hieruit mogen de leerlingen een kleur kiezen. De kleur wordt gekozen naar hoe de leerlingen de activiteit vonden en hoe ze muzisch gewerkt hebben. De kleur weergeeft het gevoel die de kinderen hierbij hebben en leggen dit zelf met eigen woorden uit.



3.
Dobbelsteen
Benodigdheden:
          Dobbelsteen
          Kaartjes met vragen op
Gebruik:
De leerlingen zitten in groepjes en mogen één voor één dobbelen met de dobbelsteen. De leerlingen kijken naar het getal dat ze hebben gedobbeld. Het getal weergeeft een vraag op de kaartjes. Hierop geven de leerlingen een antwoord en daarna mag de volgende leerling aan de beurt.



4.
Woordwaaier
Benodigdheden:
          Waaier met verschillende woorden op
Gebruik:
De leerlingen zitten in groepjes en krijgen één voor één de waaier. Hieruit mogen de leerlingen een woord kiezen. Het woord weergeeft het gevoel of de ervaring die de leerlingen bij deze activiteit hadden. De leerlingen beschrijven waarom ze voor een bepaald woord gekozen hebben.



5.
Kies een doosje
Benodigdheden:
          Verschillende doosjes
         Vragen
Gebruik:
De leerlingen mogen een doosje kiezen en kijken daarna wat er in het doosje verstopt zit. Hierin zal een vraag zitten die de leerlingen moeten beantwoorden. De vragen gaan zowel over het gevoel, proces, product en de beleving.



6.
Vragen stellen
Benodigdheden:
          Briefjes met vragen op
Gebruik:
De leerkracht deelt briefjes uit aan de leerlingen met één vraag op. Daarna geeft de leerkracht het signaal dat de leerlingen mogen rondstappen. Wanneer de leerkracht een tweede signaal geeft, dan stoppen de leerlingen bij een klasgenootje en staan ze per twee. Daarna stellen ze hun vraag (aan dat klasgenootje), deze beantwoordt de vraag en stelt tevens ook zijn vraag. Nadat de vragen zijn beantwoord geeft de leerkracht opnieuw een signaal. Daarna mogen de leerlingen weer rondstappen en wordt dezelfde werkwijze gehanteerd. 

Variatie:  De leerlingen kunnen de vragen ook doorgeven aan elkaar, zodat ze niet steeds dezelfde vragen moeten stellen.



7.
Vragenspel
Benodigdheden:
           Kaartjes met vraag en kleur op
Gebruik:
De leerlingen krijgen 1 kaart. Hierop staat een kleur en vier vragen. Het vraagje dat in het vet staat, is het vraagje dat de leerling zal voorlezen aan zijn groepje. De leerling zoekt de leerlingen die dezelfde kleur hebben, want zij vormen één groep.  Daarna wordt het eerste vraagje voorgelezen, eerst beantwoordt degene die de vraag leest eerst de vraag. Daarna beantwoorden de andere leerlingen de vraag. Daarna wordt de tweede vraag voorgelezen. Wanneer alle vragen zijn voorgelezen (vier) dan is de evaluatie klaar.



8.
Bloemen
Benodigdheden:
            Verschillende bloemen
Gebruik:
De leerlingen mogen om de beurt een bloem kiezen. Ze vertellen waarom ze de bloem hebben gekozen en wat het te maken heeft met de activiteit. Ook tonen ze aan of de bloem open of dicht is. Hiermee wordt er bedoelt of ze veel hebben bijgeleerd en hoever ze staan op muzisch vlak.


9.
Schatkist – vuilbak – rugzak
Benodigdheden:
            Schatkist
           Vuilbak
             Rugzak Briefjes
             Pen
Gebruik:
De leerlingen krijgen drie papiertjes. Op het ene briefje schrijven ze iets wat ze niet goed vonden en niet willen onthouden, dit wordt in de vuilbak gestoken. Op een ander briefje wordt geschreven wat ze hebben geleerd uit de les, wat ze goed vonden en willen bijhouden. Dit wordt in de rugzak genomen. Als laatste schrijven ze op een briefje wat ze nog willen ontdekken. Dit wordt in de schatkist gestopt.


10.
De kader
Benodigdheden:
            Kader
Gebruik:
De leerlingen zitten in een kring. De leerkracht zet de kader bij een werkje van de kinderen (of bij een kind zelf). Wie de kader heeft, mag vertellen over zijn of haar werkje. Hoe hij gestart is, hoe dat verlopen is en wat hij of zij er zelf van vindt.  Daarna mag de leerling de kader bij een ander werkje zetten (of bij een ander kind).



11.
Post
Benodigdheden:
         Enveloppen
          Briefjes
           Pen
Gebruik:
De leerlingen krijgen verschillende briefjes. Ook zal iedere leerling twee à drie namen krijgen waarvoor ze iets moeten schrijven. De bedoeling is dat de leerlingen aan elkaar tips geven en positieve feedback. Daarna kunnen de leerlingen kijken in de enveloppen welke feedback ze krijgen.



12.
Pluimen
Benodigdheden:
          Pluimen
Gebruik:
De leerlingen kiezen allemaal één pluim. Daarna geven ze de pluim aan een andere leerling en vertellen waarom die bepaalde leerling de pluim krijgt. Bv. hij heeft leuke vormen gebruikt, hij heeft goed geïmproviseerd, …  .


13.
Mijn muzo-boom
Benodigdheden:
          Blad met stamboom op
           Kleurpotloden
Gebruik:
De leerlingen krijgen een blad met een stamboom op. Deze stamboom mogen de leerlingen verder aanvullen, zodat ze een boom krijgen. De boom weergeeft hoe hun muzo – activiteit verlopen was of wat ze van deze activiteit vonden.


14.
Cursuscocktail
Benodigdheden:
          Briefjes
           Pen
           Potje
Gebruik:
De leerlingen krijgen allemaal twee briefjes. Op het eerste briefje schrijven ze een woord dat gaat over de activiteit (wat zij ervan vinden). Op het tweede briefje schrijven ze hoe ze zich muzisch voelen.



15.
Smileywaaier
Benodigdheden:
            Waaier met verschillende smileys
Gebruik:
De leerlingen zitten in groepjes en krijgen één voor één de waaier. Hieruit mogen de leerlingen een smiley kiezen. De smiley wordt gekozen naar hoe de leerlingen de activiteit vonden en hoe ze muzisch gewerkt hebben. De smiley weergeeft het gevoel die de kinderen hierbij hebben en leggen dit zelf met eigen woorden uit.


16.
Symboolwaaier
Benodigdheden:
            Waaier met verschillende symbolen
Gebruik:
De leerlingen zitten in groepjes en krijgen één voor één de waaier. Hieruit mogen de leerlingen een symbool kiezen. Het symbool wordt gekozen naar hoe de leerlingen de activiteit vonden en hoe ze muzisch gewerkt hebben. Het symbool weergeeft het gevoel die de kinderen hierbij hebben en leggen dit zelf met eigen woorden uit.


17.
Memory
Benodigdheden:
           Memoryspel
Gebruik:
De leerkracht legt de kaartjes met de symbolen ondersteboven neer in de groepjes met leerlingen. De leerlingen mogen het memoryspel spelen en wanneer ze een duo hebben kunnen vormen, vertellen ze iets dat bij het symbool dat ze verzameld hebben. Zo vertellen ze bij het vraagteken misschien iets over welke vragen ze allemaal hadden tijdens het proces.



18.
Begraven vragen
Benodigdheden:
          Potje met pasta en vraagjes
Gebruik:
In het potje met de pasta’s mogen de leerlingen één voor één een vraag zoeken en deze opgraven van tussen de pasta’s. Wanneer zij een vraag hebben gevonden, lezen zij deze vraag luidop voor en beantwoorden de vraag aan de hand van hun eigen muzisch werk.



19.
De Kwak
Benodigdheden:
           Kwak
Gebruik:
Het welbekkende spelletje met de kwak wordt gespeeld waarbij er aan een leerling wordt gevraagd hoeveel keer de kwak zich moet bewegen. Nadat dit is gebeurt, komen er verschillende oogjes tevoorschijn. De leerling aan de beurt mag een oogje kiezen. Hieronder zit een vraag die de leerling moet lezen en beantwoorden.



20.
TV-bakje
Benodigdheden:
           Tv-bakje
Gebruik:
Na de les wordt er aan één van de leerlingen een tv-bakje gegeven en hij mag daarbij kiezen of hij iets wil doorspoelen omdat hij het niet tof vond, of hij op de doorspoelknop drukt omdat hij de activiteit snel vond gaan. Hij mag de andere knoppen ook gebruiken en hieraan een betekenis geven om iets te vertellen over zijn muzische werk.



21.
Het kuikentje piep
Benodigdheden:
          Kuiken
            Veren
Gebruik:
De leerlingen zitten in de kring en mogen ieder één pluim nemen. Daarna vertellen ze kort wat ze hebben geleerd van de muzoles, wat ze minder vonden en waarin ze muzisch nog moeten groeien. Daarna steken ze de pluim in het kuikentje. Dit gaat verder totdat iedereen zijn pluim kwijt is. Zo zal je zien dat het kuikentje terug zijn veren heeft.


Ook dit heb ik uitgetest in de stage. Een klein probleempje was dat sommige leerlingen de opdracht niet goed hadden begrepen en zichzelf pluimen toekenden. Dit was niet de bedoeling. Daardoor zal ik er de volgende keer op letten dat de leerlingen eerst de opdracht nog eens herhalen voor ze aan de opdracht beginnen.

22.
De wolk
Benodigdheden:
            Wolkjes (leitjes)
            Krijt
            Sponsjes
Gebruik:
De leerlingen krijgen allemaal een wolkje. Hierop tekenen ze het verloop van hun muzo – activiteit. Wanneer ze dit gedaan hebben mogen ze ook erbij schrijven wat een sterkte punt is en een zwakte punt (op muzisch vlak). Daarna wissen ze wat ze hebben getekend en geschreven.




Bronnen die ik heb geraadpleegd:

Ankerschool
Sessie rond muzisch evalueren (2de jaar BALO)
Sessie rond OVSG doelen + muzisch evalueren (3de jaar BALO)


Doei doei en nog veel leesplezier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten